De twee basistechnieken van aquarel


Aquarelleren lijkt een makkelijke schildertechniek, maar vereist veel concentratie en een trefzekere hand, vooral omdat fouten niet, of slechts met veel moeite hersteld kunnen worden. Er wordt altijd gewerkt van licht naar donker. Eerst worden de lichtste delen van het onderwerp geschilderd. Met meerdere lagen over elkaar worden de donkerder onderdelen steeds verder opgevuld.

Aqaurelverf

De aquarelverf is verkrijgbaar in blokjes(napjes) die bestaan uit geperst pigment. Ook zijn er tubes met vloeibare aquarelverf, voor als men veel verf gebruikt. De verf bestaat vrijwel alleen uit zuivere pigmenten, vermengd met arabische gom en glycerine. Aquarelverf is altijd transparant.

De meeste aquarelschilders gebruiken geen wit. Het wit in een aquarel bestaat dan uit het onbeschilderde papier. Sommigen gebruiken dekkende witte verf om accenten aan te brengen, maar daar moet spaarzaam mee worden omgegaan. In de video zie je echter nog een andere techniek. Een donker vlak oplichten door met een droge kwast de aquarelverf er weer ‘uitvegen’.
Soms wordt de verf in de pure kleuren gebruikt, maar het mengen van de verschillende kleuren is ook eenvoudig mogelijk, hoewel het mengen van meer dan twee kleuren meestal niet tot een bevredigend resultaat leidt. Sommige kleuren verdringen elkaar in de natte verf, een verschijnsel waar ervaren schilders handig gebruik van kunnen maken.

Veel aquarelleerders gebruiken het toeval in hun werk. Zij laten de waterverf vloeien waar die heen wil en bereiken daarmee soms prachtige effecten. Een andere effect is het laten drogen van natte plekken. Hierbij verschijnen soms scherpe randjes langs de omtrek. Dit komt doordat het water aan de omtrek het eerst verdampt. Als dit in lagen gedaan wordt dan blijft steeds meer pigment in de randen. Het effect is vooral fraai bij het schilderen van bloembladeren.

Een probleem voor beginnende aquarellisten zijn de watervlekken, waarbij de kleur juist geheel uit het midden van een nat verfgedeelte verdwijnt. Deze watervlekken zijn moeilijk in een aquarel te herstellen. Bij het aquarelleren kan ook olieverf, lijnolie en andere mediums gebruikt worden. Water en olie stoten elkaar echter af. Over een oliehoudende laag kan dan ook niet meer met aquarelverf heen gewerkt worden.

Aquarel materialen

Napjes en tubes aquarelverf

Aquarel papier

Het papier waarop een aquarel geschilderd wordt bestaat in zeer vele varianten. Dik papier werkt vaak prettiger dan de dunnere soorten, maar in alle gevallen moet het papier worden opgespannen voordat met aquarelleren wordt begonnen. Dit opspannen gebeurt door eerst het papier helemaal nat te maken en het vervolgens met een speciaal soort plakband te bevestigen op een plank hout, die zo dik dient te zijn dat het hout niet krom trekt als het papier opdroogt en daardoor krimpt. Het oppervlak van het papier kan grof zijn, dan wel glad. De meeste kunstenaars prefereren een wat ruw oppervlak.

Penselen

Aquarelpenselen hebben, in tegenstelling tot penselen voor olieverf, een korte steel. Een ervaren aquarelleerder heeft voldoende aan 1 penseel, bijvoorbeeld een dikke, ronde penseel van marterhaar. Het penseel moet veel water kunnen opnemen en dient uit te lopen in een zeer fijne punt. Met een dergelijke penseel kan zowel een groot oppervlak worden geschilderd, als kleine details.

Overige benodigdheden

De aquarellist heeft verder weinig nodig, misschien een potlood om zacht een schetsontwerp te maken, en een of twee bakjes water. Twee bakjes water is handig, dan kan 1 bakje schoon gehouden worden. Tenslotte een palet, dat echter niet groot behoeft te zijn. Een palet met diepe gaten voor de waterige verf is handig.

Aquarel tekenen

Tekenen met aquarel is spelen met water en kleuren. Met speciale aquarel potloden of crayons(krijt of stiften) kun je de volgende technieken eens uitproberen:
Nat op droog techniek: na het tekenen met de potloden of crayons, maak je de gewenste vlakken nat met een in water gedoopt penseel. Zo onstaan er mooie aquarel effecten. Met de aquarel crayons kun je grover werken.

Droog op nat: door eerst het papier nat te maken en vervolgens er met een droog potlood in te tekenen. Zorg voor stevig papier, want nat papier is zeer kwetsbaar.

Je kunt de tekening ook verwassen. Dit betekent dat de kleuren door gebruik van water mooi in elkaar overlopen, ze vervagen en vermengen met elkaar waardoor schitterende effecten ontstaan. Laat het toeval en je creativiteit tot een uniek kunstwerk leiden.
Bron: Wikipedia

Oefenen en oefenen

Aquarel is een schilder- en tekentechniek met waterverf. Het heeft een gevoelig kleurgebruik omdat de kleuren door het water tegen en door elkaar vloeien. Een techniek die geoefend moet worden om de gewenste resultaten te krijgen.

Combineren met de verschillende teken materialen in je aquarelwerk kan verrassende effecten opleveren. Dus experimenteer en oefen veel.
Meer informatie: www.aquarellenvoorbeginners.nl