Schilderen met acrylverf

Acrylverf is een synthetische verfsoort, waarin de belangrijkste eigenschappen van olieverf en aquarel zijn samengebracht. De verf kan worden gebruikt voor het creeëren van diverse effecten, Varieërend van uiterst dunne verflaagjes tot dik opgelegd kwastwerk.
Acrylverf hecht op bijna elke ondergrond. Dat is het grote voordeel. Toch is het altijd goed eerst
gesso op de ondergrond te zetten. Gesso is een krijtondergrond speciaal voor hout, doek of ander schildermateriaal. Deze krijtondergrond is bedoeld om het medium te egaliseren. Een bijkomend voordeel is dat de verf niet in het materiaal trekt.
Drie manieren om met acrylverf te schilderen
- Opzetten met sterk verdunde verf, die als een doorzichtig laagje opdroogt. Zo werk je ongeveer zoals met aquarel, alleen droogt de verf watervast op, zodat je geen correcties kunt aanbrengen, behalve door er een nieuwe laag overheen te schilderen. Een probleem is dat de natte verf melkachtig en lichter van kleur is dan de opgedroogde verf. De verf wil niet goed meer hechten als men teveel water gebruikt. Er zit dan niets anders op dan de zaak te laten drogen en dan verder te werken.
- Schilderen met onverdunde of weinig verdunde verf. Dat geeft effen kleurvlakken met scherpe randen. Je kunt lichte verf dekkend over donkere verf schilderen, al moet je dan vaak twee lagen over elkaar schilderen.
- Schilderen met een droge penseel, met heel weinig verf. Dat is de enige manier om vage overgangen tussen kleurvlakken te maken, tenzij je nat-in-nat schildert. Het resultaat lijkt soms veel op een tekening met pastelkrijt.
De keuze van de penseelsoort is afhankelijk van de schilderstijl. Bij het fijnschilderen worden vooral penselen met marterhaar gebruikt, terwijl bij een expressionistische schilderstijl de voorkeur vaak naar varkensharen penselen uitgaat.
Bron: kunstbus.nlVan licht naar donker
Schilder bij acryl van licht naar donker. Acrylverf wordt een stuk donkerder bij het drogen. En dan ziet men plots dingen die niet zo bedoeld waren. Bij het overschilderen blijft de donkere ondergrond doorschijnen.
Acrylverf wordt verdund met water. Op het eerste gezicht is acryl ideaal: het is goedkoper dan olieverf, het droogt snel en het resultaat is soms nauwelijks van olieverf te onderscheiden. Je hebt ook geen stinkende, agressieve terpentijn nodig. Toch gebruiken veel schilders nog steeds liever olieverf. Acrylverf droogt zo snel dat je er niet zo lekker mee kunt smeren. Er bestaat een middel om acrylverf langzamer te laten drogen: retarder. Eventueel kun je de verfvlakken ook natspuiten met een plantenspuit.
In het algemeen is het goed om de kleuren niet te fel en te donker te maken. Meng er veel wit doorheen en bedenk dat acrylverf vaak iets
donkerder opdroogt. Acrylverf kan men goed gebruiken om strakke, felle kleurvlakken te schilderen.